Groesbeek, Mookerheide, Pannenkoekenrestaurant ‘Den Tol’ en Hotel-Restaurant ‘De oude molen’.

Een warme zomeravond. Hij zat buiten in een stoel op het terras, vredig en stil. Doodstil.

Dagen vol verdriet, lieve mensen in een kring om me heen, beslissingen, bloemen en een waardige viering van zijn leven.

Daarna wordt het stil en alleen.

Na twee weken wil ik toch weer wandelen, voor mijn part onder grauwe luchten. Ik heb nu tijd genoeg, dus kies de NS- tweedaagse over de Mookerheide.

Van Cuyk naar Groesbeek, een prachtig landschap van bossen op heuvels en weilanden daartussen gestrooid. Het doet goed om hier te lopen, van de stilte te genieten terwijl er veel te zien is. De hei bloeit paars en is wijds.

Na twee uur staat het pannenkoekenrestaurant Den Tol precies op de juiste plaats, afgezien van het verkeer. De pannenkoek met gember wordt snel gebracht, ook al moet er nog een groep bediend worden. Hier heeft men oog voor iedereen. Hij is perfect, die pannenkoek: een kraakknapperige korst, her en der gesmolten boter en een royale kom met gember. Als ik die heb uitgespreid over de donzen laag poedersuiker is elke hap troostend. Want het leven gaat door en eten blijft een genoegen, zeker als je kilo’s bent afgevallen.

De tweede helft van de tocht is landschappelijk even mooi, met soms uitzicht op de rivier en voortdurend hoogteverschillen. Maar de routebeschrijving klopt niet, ontdekken ook mijn lotgenoten. Met nog twee stellen krabben we ons op het hoofd over de juiste richting. Dat blijkt te helpen, we vinden met vereende krachten het goede pad en  knikken elkaar s’avonds in het hotel ‘De oude molen’ tevreden toe.

In dat hotel is de aandacht voor alleengaanders even attent als die voor paren. Er staat voor mij een aparte tafel klaar en er is nog een tafel gedekt voor één persoon, mocht die hier willen eten. Welkom dus.

Ik bestel het hotelmenu en een karaf rode wijn. Dat blijkt een halve liter te zijn dus die neem ik later mee naar mijn kamer. Zo kom ik de avond met boek en tv wel door.

Het eten is goed. Kruidige tomatensoep, puntjes biefstuk in een stroganoff saus uit een pakje – kan niet anders voor die prijs – en smakelijke wokgroenten. De appelmoes en patat laat ik moeiteloos staan. Maar de sorbet verrast me: ijs, echte slagroom en vruchtjes-uit-blik. Dat laatste heb ik in geen dertig jaar gegeten dus dat wordt jeugdsentiment. Waarom vond ik dit vroeger zo verrukkelijk? Het is zoet en geurig en alle vruchten smaken hetzelfde, ontdek ik nu. Het verschil tussen ananas, perzik en peer is alleen herkenbaar aan de structuur. Fascinerend hoe smaak kan veranderen: van ‘de hemel op aarde’ voor het kind dat ik was naar het: ‘te wee voor woorden’ voor de Marijke van nu. Mijn geschiedenis blijkt mijn smaak te bepalen. En mijn verlies. En mijn levensvreugde.

De volgende dag is de hemel strakblauw boven het helderste herfstlicht. Opnieuw bossen, weiden en glimpen van de rivier. De eerste paddenstoelen steken hun kop boven de grond uit en ik verbaas me over de vele kleuren. Het is warm genoeg om te picknicken op een bankje. Het hotel heeft een lunchpakket meegegeven dat bestaat uit een wit bolletje met kaas en twee dubbele bruine boterhammen. Wie maakt er nog zorgzaam boterhammen klaar, waar vind je dat nog? Die zorgzaamheid is opnieuw troostend en dat komt in de nieuwe eenzaamheid goed aan. In de buurt van Nijmegen raak ik de weg weer kwijt en pak gewoon de bus. Lekker op tijd thuis zo.

Dankzij het boekje ‘Pieterpad-de-luxe’ maak ik de Mookerheidewandeling opnieuw, drie jaar later, om bij hotel Wolfsberg te kunnen eten en slapen. Voor het diner had ik op de website gekeken en vond de specialiteitenmenu’s te duur. Maar ik had een oplossing bedacht: een klein warm voorgerecht en daarna kaas en zoet dessert. Dan hoef ik voor één keer de keus tussen die twee verleidingen niet te maken. Maar op de kaart prijkt een drie gangen menu voor een redelijke prijs, dus daar val ik voor. Met het wijnarrangement, uiteraard. De ober speelt of is sommelier dus vraagt naar mijn wijn voorkeuren. Liever wit, maar geen Elzas/Riesling. ‘Die zou hij bij deze gerechten ook niet adviseren’, wist hij meteen. Welke wijn past bij carpaccio met gebakken zwezerik? Hij glom van genoegen toen hij een Californische viognier openmaakte. Inderdaad, geurig, vol en toch licht, heerlijk. De amuses beperk ik tot het watermeloensoepje en één stuk brood met tapenade en aïoli om te proeven. Lekker, maar ik bewaar mijn trek voor het echte eten.

De wandeling hierheen was heerlijk. Zomerse temperaturen onder een grijze lucht, dat loopt goed. Na de lunch wil ik dat ene glas wijn wegslapen want het zakt toch meteen in mijn benen. Maar ik loop in een on-Hollands landschap van hellingen dus waar kan ik mij neervlijen? Na een poos breekt de zon door en vind ik een plekje om te liggen op het mos tussen varens. Een Italiaanse siësta van 20 minuten, dan kan ik weer verder. Evengoed doe ik tergend lang over 16 kilometer: na 6 uur wandelen, bramen zoeken, rusten op herinneringsbankjes stap ik hotel ‘de Wolfsberg’ binnen waar mij een heerlijk bed wacht, een warme douche en een terras met wijds uitzicht over Groesbeek.

Marijke: is dit de volgende dag? Eten in hotel de Wolfsberg?

Hoofdgerecht tonijn, daar serveert de sommelier het liefst een lichtgekoelde pinot noir uit de Palz bij. Ook vanwege de Josper BBQ (een mij onbekend nieuw keukeninstrument dat gebruik maakt van 60 jaar oude whisky vaten- het hout daarvan, natuurlijk). Afin, die speciale bbq doet iets met de tonijn waardoor er toch echt een rode wijn naast moet. Ik geloof hem geheel, proef een slokje en zie vol verwachting uit naar mijn tonijn.

Kijk, dat is wat je wilt als gast: de ober komt langs terwijl ik mijn bestek nog open heb liggen. Alles is heerlijk maar veel te veel. Dat kan ik dan delen en hij herkent het. Legt ook uit dat kleine stukjes niet kunnen, de bereiding mislukt dan gewoon. We waren het erover eens dat hier een probleem voor de keuken ligt. Vervolgens wordt al dat eten afgevoerd en op dat moment begrijp ik mijn vriendin die niet meer uit eten wil. Het klopt gewoon niet dat zoveel kostelijk voedsel wordt weggegooid. Mee eens. Ik besloot ter plekke dat ik moet kiezen tussen kaas en zoet. Het laatste dus.

Intussen ben ik regelmatig blij dat ik vaak alleen ben. Twee tafels verder domineert een dame de conversatie zo volledig dat ik alle reisverhalen wel moet volgen en de twee tafelgenoten er geen woord tussen kunnen krijgen. Naast mij een zwijgend echtpaar. Hij leest zijn autotijdschrift, zij kijkt wat ongelukkig rond. Ik zou haar een por willen geven: ‘Laat zitten die man, ga zelf iets leuks doen’. Later zie ik dat zij intussen haar e-boek leest en daar gaan ze allebei rustig mee door, ook als het eten op is. Mijn boek ligt nog onaangeroerd, ik heb het te druk met proeven. Een Grand Dessert met vier verrukkelijke smaken: mango, limoncello, vanille en chocolademousse. Alleen die laatste was te fors voor de Chileense Gewürtztraminer, dus die dronk ik met genoegen bij de eerste drie.

De lucht verbleekt, de avond valt en ik ga zielstevreden naar mijn kamer. Het klopt, het kan, ‘lekker alleen’ is heerlijk!

Morgen loop ik die 16 kilometer op vleugels, zeker weten.

www.dentol.nl

www.hoteldeoudemolen.com

www.wolfsberg.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *