Verdwaald! Dat is me nog niet eerder gebeurd maar ik ben wis en waarachtig verdwaald. Toen de routebeschrijving afweek van de bordjes besloot ik de bordjes te volgen. Het lukt nog lang om de beschrijving zo te interpreteren dat het leek te kloppen. ‘Volg het bospad parallel aan de asfaltweg’, dat pad zie ik dus die asfaltweg zal wel verderop liggen. Dat soort redeneringen. Na een uur bevind ik mij in een nieuwbouwwijk dus nu moet ik de werkelijkheid onder ogen zien. Ik keer terug naar waar ik fout ben gelopen maar kan dat punt niet meer vinden. Als de paniek lijkt toe te slaan – kom ik nog wel in dat gereserveerde Duitse hotel? – vind ik een gedicht van Rumi in mijn broekzak.
Blijf lopen
al ga je nergens heen
Probeer niet in de verte te zien.
Daarvoor zijn we niet gemaakt.
Blijf in beweging in jezelf,
maar pas op!
Angst wijst je een pad.
Laat het links liggen.
Liefde is in essentie niet op iemand gericht.
Jawel, ik ga dus gewoon lopen waarheen mijn voeten willen gaan. Vroeg of laat kom ik weer op bekend terrein maar nu nog even niet. Terwijl ik vrolijk doorstap passeert er een fietser: de man in de bus die mij zo vriendelijk wees waar ik uit moest stappen.
Na een paar uur word ik moe en zie een camping door het bos schemeren. Daar zal dus ook wel een bushalte zijn die mij weer naar het NS station brengt. En jawel, precies op de plek waar ik ben uitgestapt kan ik weer instappen. Het Duitse hotel zal het zonder mij moeten doen, de tweedaagse wordt teruggebracht tot één dag en ik ga terug naar huis
Wanneer we station Den Bosch naderen bedenk ik tijdig dat Jan de Groot nog open zal zijn. Dan spring ik uit de trein om Bossche Bollen te scoren, ook voor mijn dochter.
Zo wordt het dankzij Rumi en de Bossche Bol toch een heel goede dag op mijn eentje.