Echt, ‘Hof van Herstal’

Zonovergoten Limburgs land, wie wil daar niet doorheen lopen? Ik kies voor een tweedaagse langs het Pieterpad van Roermond naar Sittard.

Starten bij Stik, een prettige (bio?) boerderij met een joviale boer. Hij serveert royaal verse vlaai, goede koffie en een piepklein likeurtje zodat je meteen weet dat je in Bourgondischer streken bent aangekomen. De twee vriendinnen  die hier uitrusten lopen dezelfde route. Ze laten zich straks ophalen door hun mannen die ze in de caravan achterlieten. Twaalf jaar geleden begonnen met het Pieterpad, nu zijn ze bijna aan het eind, tot hun verdriet. Als ik enkele kilometers verder een afslag gemist heb en zij blijkbaar ook trekken we een poosje samen op, gezellig wandelervaringen uitwisselend. Ik vertel hen over mijn boek ‘Moeder, dochter, chocoladetaart‘ en dit blog, daar zijn ze nieuwsgierig naar. Voor Odiliënburg neem ik afscheid. Ik moet tenslotte mijn lunch alleen eten om er eerlijk over te kunnen schrijven. Dat snappen ze en als ze toch op hetzelfde terras terecht komen zoeken ze probleemloos een ander tafeltje.

Café Smeets is inmiddels gesloten, dus wat ik schrijf doet er niet meer toe.

In Montfoort ben ik moe en warm en neem een moedig besluit: ik ga de laatste 8 kilometer met de bus. Met het risico dat ik sommige echte Pieterpadters als lezer verlies, want er zijn wandelaars die gruwen van het idee om een stuk van de route per bus af te leggen, dat is smokkelen. Vind ik niet. Maar de bus komt niet. In het café leggen ze me uit dat tweede Pinksterdag een feestdag is, dus geen bus. De barman belt taxi’s terwijl drie klanten een veel kortere route naar mijn hotel aanprijzen. Eén biedt zelfs aan mij te brengen als die taxi niet komt maar ik vertrouw zijn bierconsumptie niet. Als alle taxichauffeurs ook thuis blijken te bbq’en hijs ik de rugzak weer op en neem de kortste weg, over asfalt dus. Voor mij geen probleem als er zulke grote platanen en eiken voor schaduw zorgen en  het uitzicht op goed wijd land steeds ruimer wordt.

Tenslotte strompel ik mijn eindbestemming in en sleep me onder de douche. De geluiden van het terras stromen mijn kamer binnen en het eten lokt. Er staat een royale tafel klaar voor mij alleen met uitzicht op de tuin. Met glasobjecten, daar houd ik van.

Het boekje ‘Pieterpad de luxe’ beschreef de ‘Hof van Herstal’ als de hemel op aarde op culinair gebied, met een chef die ook sommelier is. Daarom laat ik de wijnkeuze per gang geheel aan hem over. Ik ga zelfs mee in zijn suggestie van een extra aspergegerecht naast het hoofdgerecht van roodbaars, ‘omdat het zo’n mooie combinatie is’. Het gevolg is dat ik al bij de amuse – heel goed – strategisch bedenk dat ik niet alles ga opeten. Anders haal ik de geprezen kazen niet. Bij elk gerecht bedenk ik met wie ik hier wil terugkomen: mijn dochter, de vriendinnen? De beloofde witte wijn bij de coppa met gerookte venkel bleek een Touraine te zijn, een goede maar niet uitgesproken huiswijn. De roodbaars-met-asperges ging vergezeld van een witte Portugese wijn: vol, boterig en rijk van smaak.

Terwijl ik wacht op mijn hoofdgerecht – en men gunt mij de tijd – vraag ik me af of ik iets mis nu ik hier eet zonder partner. Zodra de asperges en roodbaars (in hun verschillende romige sauzen!) in mijn mond verdwijnen weet ik: ‘Op dit moment mis ik niks, zo’n smaak is geheel vervullend’. Dit restaurant promoveert mij tot een dankbaar mens, ‘lekker alleen’ blijkt hier helemaal waar. En dan komen de kazen nog, met een zoete witte ‘Pellegrino’ uit Sicilië. Dat is zo goddelijk dat ik meteen mijn dochter ga sms’en dat ik ons jaarlijkse gezamenlijke weekend graag hier wil organiseren. Niet alleen vanwege het eten, de materie, het is ook de geest die hier waait. Niet alleen met Pinksteren, geloof ik. De ober vertelt aan een ander tafeltje begeesterd waarom hij hier graag werkt. Ik zie mensen verzachten. Er verschijnt een echte glimlach op een urenlang strak masker. Een groep laat het gesprek over Twitterproblemen  overgaan in het delen van zorgen over dreigende echtscheidingen. Men voelt zich hier thuis en dat opent.

Als ik de volgende ochtend het royale ontbijt zie lijkt het een uitnodiging om er een lunchpakket van te maken voor de nieuwe wandeldag. Ook de rekening doet me genoegen dus ik weet het zeker: hier wil ik vaker terugkomen. Samen of lekker alleen, dat is hier allebei goed.

Ik kom hier terug. Een jaar later laat ik me opnieuw na een lange wandeling doodmoe op bed vallen. Even soezen, dan douchen en naar beneden om nog op het terras van mijn aperitief te kunnen genieten bij de warme kleuren van de ondergaande zon. De chef weet zijn heerlijkheden zo aan te prijzen dat het water me in de mond loopt. Verantwoorde ganzenlever, kan dat? Ik kies toch veilig voor het menu want dat was vorige keer verrukkelijk.

En weer kreeg ik het menu niet op en moest de kaas laten staan. Ik leer het ook nooit. Evengoed weer een heerlijk avond met slechts twee andere tafels bezet. Vooral de oudere mannen samen die toegaven dat ze dingen niet meer konden. Hoe moeilijk moet dat niet voor mannen zijn? Gelukkig konden ze goed genieten van het eten en drinken hier en ik dacht aan ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’, dat ik met zoveel plezier en ontroering had gelezen. De moed om alle nuances van het ouder worden te benoemen, hoeveel energie geeft mij dat!

Hof van Herstal is sindsdien mijn jaarlijkse uitje, daar heb ik geen O(ud)Ma(ar)Ni(et)Do(od)- club voor nodig. 

www.hofvanherstal.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *