Dat was een slechte start van deze NS tweedaagse, dus ik doe moeite om eerlijk te zijn.
De NS-wandeling nam deze overnachtingsplek op maar vergat te vermelden dat als je na 18 kilometer moe in Markelo arriveert, je nog door het saaie dorp heen moet en dan 3 kilometer langs een drukke provinciaalse weg. Wég is de rust van de wandeldag. Erger nog, ik word chagrijnig en fulmineer in mijn hoofd hoe de NS dit nou heeft kunnen verzinnen. Dat wordt een pittige klachtenbrief, neem ik me voor. Als ik –doodmoe na dat extra uur – aankom haal ik blazend mijn gram bij de bediening, ocharme. Die dan ook nog in de verdediging schiet in plaats van met mij mee te leven. Daarna is even niets meer goed. De dichte luiken in de gerenoveerde hotelkamer-schuur, de hightech tv die maar een kwart van het scherm laat zien, slechte wijn in de minibar en geen plek om je glas neer te zetten in het design witte bad waarin het water niet warm genoeg is. Kortom, ik hoor mezelf klagen en zeuren tot ik ervan in de lach schiet. Wil je gelijk of wil je geluk? Het laatste. Dus ik laat me bij het eten graag vertellen dat de officiële route vanaf hier morgen korter is en dat het weer de hele week stralend belooft te zijn.
Wat krijg je hier te eten? Een voorgerecht van huisgemaakte paté’s, varkens- en wildvlees. Die zijn prima en worden aangekleed met salade-met-alles: pijnboompitten, kappertjes, gedroogde tomaatjes..en salie. Bij de laatste realiseer ik me dat ik die neiging ook heb, allemaal lekkere dingen door de sla mengen. Maar het grote salieblad maakt me duidelijk dat dat zijn grenzen heeft, want deze smaak is te nadrukkelijk. Die voegt niet toe maar overspoelt de smaakpapillen. Terug naar minder, dus simpeler, mevrouw. Dat is vooral aan mezelf gericht.
Mijn ogen zijn altijd groter dan mijn maag. Nu heb ik weer een drie gangen menu besteld en dat betekent dat ik het hoofdgerecht maar half opeet. Puike frieten met royaal mayonaise, nou ja, fritesaus, maar dat vind ik ook best. De ossenhaas is goed, de standaard garnituur laat ik makkelijk staan. De verrassing zit vandaag in het begeleidende glas Grimbergen dubbel, een prima combinatie dankzij de volle, zoetzure smaak. Die keus dank ik dan weer aan de huiswijn die niet veel voorstelt, dus daar wil je niet nog een glas van. Grimbergen daarentegen prijkt menigvuldig op de kaart en terecht, het is een smaakvol, rijk bier.
Hoe krijg je een perentaartje op smaak? Eigenlijk niet, ondanks alle kaneel en het vanille ijs. Ik hoef het niet helemaal op te eten, dat is dan een voordeel voor de lijn.
Hoe was de wandeling? Twee dagen lopen in een lentezon. Alles heeft haast om te groeien, uit te lopen, zich te laten zien. Het speenkruit kleurt en glanst als boter, naast duizenden witte bloempjes waar ik de naam niet van ken. Een enorme magnolia lijkt uit louter bloemen te bestaan. Mijn favoriete boom, de treurwilg, tooit zich als een bruid met groene sluiers waar doorheen je vaag nog haar boomvorm ziet.
Ik zie een ree, een fazant, een roofvogel en talloze zangvogels die tegen elkaar op zingen.
Het licht verschuift tijdens zo’n loopdag van sprankelend in de ochtend naar zacht in de avond, als de geluiden ook lijken te dempen.
Ik maak een foto van de treurwilg en stuur hem naar mijn nieuwe geliefde. Wat is het leven dan goed.