Orangerie museum MORE
De Achterhoek. Bijna elk stil weggetje heeft een bomenrij, soms wel twee. Als die bomen ontbreken hamert de hitte op mijn hoofd. Tussen de bomen door schemert geel grasland. Soms is er een plek groen dankzij sproeien met het zuivere Achterhoekse water uit de grond. Dan bewegen zich koeien van boom naar boom. Net zo loom als ik trap.
Ik ben op weg naar Ruurlo voor het nieuwe museum MORE en voor Avenarius. Vooral dat laatste, eerlijk gezegd. Ruim veertig jaar geleden was ik hier op de bruiloft van een studiegenoot. Behalve de vele glazen kostelijke Duitse wijn (ik wist niet dat die bestond) herinner ik me vooral het dessert: een machtig mooie ijstaart met zomerfruit en Crème de Cassis. Ik hoop vurig dat ze dat nog hebben. Als ik aan kom lijkt het restaurant uitgestorven. Gelukkig blijkt het open en kan ik binnen afkoelen en koffie drinken, lekker alleen. Is dat ook leuk als ik straks kom lunchen, zo als enige? Maar nee, de geplastificeerde kaart biedt niets wat op dat geweldige dessert lijkt. Die kaart en het feit dat Avenarius nu van Hampshire is –pochend op de oude glorie, dat wel – doet me er van af zien.
Op naar het nieuwe museum in het oude kasteel Ruurlo. Dat is prachtig gerenoveerd en als museum ingericht voor werk van Carel Willink, verzameld door een rijke zakenman.
Die Willink lijkt me een heel vervelende man. Hij praat en schildert somber en geniet intussen van jonge vrouwen, mooie kleren en kleuren. Maar het is fascinerend om van dichtbij te zien hoe hij schildert en de suggestie van huid, haar en materialen wekt.
In het koele kasteel is het druk vanwege de airco en daarna is het lunchtijd en bezwijk ik voor de verleiding van het gezellige terras van Orangerie Ruurlo. Weer zo’n geplastificeerde kaart met voorspelbare gerechten, zucht. Tot ik ontdek dat je hier nog gewoon één kroket met bruin brood kunt bestellen. Ik neem mijn kans waar en geniet van een buitengewone grove mosterd, ongetwijfeld uit Doesburg. Toch verdwijnt zelfs in de Achterhoek de eigenheid van veel restaurants: ze worden overgenomen door een keten en vervolgens is alles hetzelfde, ook de prijzen. Maar als er een windje waait over het terras en ik mijn waterglas zelf kan bijvullen bij de tap van water-met-citroen houd ik op met zeuren.
Intussen heb ik al fietsend wel bedacht dat ‘lekker alleen’ alleen werkt als je goeie vrienden met jezelf bent. Zolang je jezelf kwelt met zelfkritiek of je laat meesleuren in pijnlijke oude herinneringen wordt het niks, natuurlijk. Want je hebt geen gezelschap waar je je ter afleiding op kunt storten. ‘Verplicht genieten’ werkt trouwens ook niet. Wat dan wel? Ademhalen, om je heen kijken naar kleuren en geuren van de natuur, aanwezig zijn daar waar je op dat moment bent. En je verheugen op wat er in het leven allemaal klaar ligt om gevierd te worden. Misschien dat dit blog daar een beetje bij helpt, dat zou mij buitengewoon tevreden stemmen.