Lage Vuursche, ‘De Vuursche Boer’

Tijdens de NS wandeling ‘De Vuursche’ stap ik het terras op van dit pannenkoekenrestaurant.

Dat is geen enkel probleem, als eenling, gezien de grote diversiteit van medegasten. Er zitten sportievelingen genoeg: wandelaars, fietsers en stoere motorrijders. Maar ook heel veel oudere dames en heren met wandelstokken en rollators, klaar om het goede leven te genieten in het zonnetje.

Ik kan meteen bestellen en omdat ik onderweg alle tijd had te bedenken in welke pannenkoek ik deze keer zin heb is dat snel geregeld. Even snel wordt mijn drankje gebracht, de wandelschoenen zijn nog nauwelijks ontbonden.

Om mij heen vang ik flarden van gesprekken op. Dat krijg je als je alleen bent: je hoort veel meer dan de praters zich realiseren. Een groot genoegen deze keer, met het groepje mannen achter mij die kennelijk een bedrijfsuitje hebben. Iets in de ICT, schat ik zo, jong en met veel vriendelijke competitie onderling. Grappig om te vernemen hoe de senior vertelt over de vriend van zijn dochter. De andere mannen trekken er meteen lering uit, ‘o, dus als je over vuile sokken begint hoor je erbij’.

De pannenkoek is voortreffelijk en het meisje toeschietelijk, dus ik vraag naar de herkomst van de beide soorten gember. Ze weet het niet precies en gaat het in de keuken navragen. Per kerende post is ze terug: ‘ja, de ene is stemgember uit China, de andere schaafgember uit Australië’. Dat eerste had ik al gesuggereerd, het tweede meende zij te weten, dus we knikken elkaar vergenoegd toe. Even contact, meer heb je niet nodig om je heerlijk te voelen op dit terras in de zon.

Tevreden loop ik alleen verder.

www.devuurscheboer.nl

Bronkhorst deel 1, Herberg ‘De Gouden Leeuw’

B&B De Steenbergen

Na een dag fietsen langs de IJssel val ik bijna flauw van de hitte. Een Italiaanse zomer in Holland, ik kan er nog niet aan wennen. De strandjes langs de rivier lokken en ik laat me in badpak in het water zakken. Opdrogen op een hammamdoek, met zicht op vergeet-mij-nietjes onder het wuivend gebladerte van een wilg, dat is toch nog steeds heel Hollands.

Maar ik moet terug naar mijn B&B voordat ik door de hitte wordt bevangen. Douchen en een dutje op de gastenkamer, daar knap ik van op. Dan opnieuw naar Bronkhorst waar Herberg De Gouden Leeuw gelukkig ook op maandag open is. Er is plaats op het terras, ik krijg een royale vierpersoonstafel. Gasten die later komen worden naar het terras aan de voorkant verwezen ‘want hier is het vol’. Ik word dus als volwaardig gast gezien, dat voelt welkom. Ondanks de groepen – een bezoeking voor horecapersoneel, weet ik van mijn dochter – wordt ik niet verwaarloosd en krijg snel waar ik om vraag. Het menu ziet er goed uit maar ik heb totaal geen honger met die warmte.

De Doesburgse mosterdsoep is hier minstens zo lekker als in Doesburg. Minder room en meer mosterd, de beste van Nederland. Ik heb thuis nog twee potten in voorraad. Samen met de Achterhoekse witte wijn van de Weerkommen en het warme brood is dit een heerlijke zomermaaltijd. Voor het lekker wil ik daarna nog een bavarois met Achterhoekse rosé. De late zon schijnt door de bomen, ik zit hier heerlijk. Als de ene ober mij het dessert aanreikt terwijl de ander tegelijk een tweede glas water neerzet weet ik het zeker: hier ben je een graag geziene gast , ook als je alleen komt en weinig eet. Chapeau voor De Gouden Leeuw!

www.herbergdegoudenleeuw.com

Bronckhorst deel 2, B&B ‘De Steenbergen’

Ook bij de boer van B&B ‘De Steenbergen’ heb ik gegeten, toen ik op de dag van aankomst met mijn OV-fiets uit Zutphen kwam aangereden. De B&B biedt de mogelijkheid een driegangen menu mee te eten voor een prettige prijs. De boerderij is nog echt, geen verkapt luxe verblijf. Omdat ik de enige gast ben krijg ik de beste kamer met een tweepersoonsbed met fris gebloemd dekbed. De kamer is ooit door kinderen gebruikt en er staat nog een boekenkast vol kinderboeken. Ik pik er ‘Koning van Katoren’ van Jan Terlouw uit, dat had ik nou altijd al eens willen lezen.

Het eten is nostalgisch, met mooie oude borden en een bestek van Haags Lofje, dat ik thuis als erfgoed heb liggen. Bijna alles komt uit eigen tuin. Van de courgettes is een pittig soepje gemaakt, er zijn witte en paarse aardappels en sperzieboontjes (ouderwets lang gekookt, dat dan weer wel) en er wordt met gerookte kip geëxperimenteerd. De eigengemaakte pruimencompote maakt de yoghurt lekker speciaal. Alleen water bij het eten, dat past hier wel.

Het ontbijt buiten biedt uitzicht op de uitvliegende zwaluwen die ik al eerder in de boerenschuur had horen kwetteren. Het eitje komt van de eigen kippen, uiteraard. De tweede dag blijkt het zelfs mogelijk om rustig mijn thee te drinken naast een zwijgende boer. Dat is bijzonder. Deze man is dan ook teveel boer om er weer een nieuwe varkensstal bij te moeten kopen om het hoofd boven water te houden. Nu doet hij weer waar hij zichtbaar van houdt: zijn schapen en kippen verzorgen, zijn bijen koesteren, groente en fruit kweken en er jam, wekpotten vol boontjes en ander gezond eten van maken. De gastvrouw constateert dat ze intussen best veel vragen van alleenstaanden krijgen, de kamerprijzen zijn dan ook per persoon, niet per kamer. Hier hoef ik niks te begrijpen, kennelijk telt elke gast, alleen of in gezelschap.

www.desteenbergenbronckhorst.nl

London Gatwick, ‘Seafood bar’

Mijn communistische Italiaanse geliefde wilde naar Amerika, tot mijn verbazing. De belangrijkste reden was de warmte in Californië, want hij kan niet tegen de kou. Ik wilde wel twee weken mee, maar daarna toch graag weer naar huis en naar mijn eigen mensen. Dus ik vloog alleen terug. Het vliegtuig was vertraagd en het was de vraag of ik in Londen mijn aansluiting naar Amsterdam zou halen. Niet dus.

Na vijf kilometer te hebben gehold en gehijgd, heen en weer gestuurd tussen drie vliegtuigmaatschappijen, heb ik tenslotte een peperduur ticket gekocht om toch vanavond nog thuis te zijn. Toen ik dat ticket in handen had en kon ontspannen wilde ik dat doen met een goed glas wijn. Omdat ik de hele dag nog niets gegeten had – zenuwen nestelen zich bij voorkeur in mijn maag – stond ik mezelf dat toe in de Seafood bar. Een plaats van luxe, met net iets meer gasten dan bediening en een extravagante menukaart. Diverse soorten kaviaar, oesters en champagnes, zo’n indrukwekkende keuze en zulke prijzen had ik nog nooit gezien. Voor mij was een glas chardonnay en een kleine salade van nieuwe aardappeltjes precies goed. Wat een rust geeft dat, na een etmaal reizen met de onzekerheden die vertragingen nu eenmaal met zich mee brengen. Na al het rennen en de dreiging van easyJet dat ik pas de volgende dag naar Amsterdam kon vliegen voelde ik me in paniek en zielig, met tranen en al. Om niet te verzinken in slachtofferschap besloot ik er geld tegenaan te gooien om zo snel mogelijk naar huis te kunnen. Pas toen die grens van zuinigheid was overwonnen kon ik in deze Seafood bar gaan zitten, lekker aan een tafeltje want die moderne barkrukken zijn aan mij niet besteed. Eindelijk iets te eten en te drinken! De aardappelsalade is zo verleidelijk, met piepkleine stukjes lente-ui en goede mayonaise, dat ik er een tweede glas wijn bij nodig heb. Het meisje van de bediening heeft dat snel in de gaten. Dat is het voordeel van zo’n luxe of decadente tent: je kunt heel soepel non-verbaal bestellen want er wordt op je gelet. En dat is weer goed voor het moraal van zielige eenlingen, zoals ik me voelde toen ik hier binnen stapte.

Laten we eerlijk zijn: als alles tegen zit is het helemaal niet leuk om alleen te zijn. Maar als ik het probleem heb opgelost ben ik weer trots op mezelf. Dan is een Seafood bar op een vliegveld een goede plek om je weer lekker te voelen, alleen.

www.caviarhouse-prunier.co.uk

Doesburg, ‘De Waag’ en ‘Het Arsenaal van 1309’

Wat een beeldschoon Hollands stadje!

In de herfst zwerven er een paar toeristen rond, onder andere om het Lalique Museum te bezoeken. Binnen in het statige gebouw valt een prachtig licht op delicate parfumflesjes en fijn gekleurde vazen van René Lalique. De Art Deco affiches van Jan Toorop sluiten er mooi bij aan, hier wordt de schoonheid gevierd.

Doesburg is vooral beroemd om zijn mosterd. Die wordt daar nog steeds gemaakt, zonder toevoegingen gaan er vers gekneusde mosterdzaadjes in romige azijnsaus in verschillende potjes, met de hand. De vrijwilliger die hier zich dagelijks in verlustigt steekt me aan en ik koop mosterdzaadjes om thuis genoeglijk, rollend met een zware bal, te laten kneuzen in een kom onder geduldig toevoegen van het door mij zorgvuldig uitgekozen weekvocht. Goed voor een knusse winteravond met mooie muziek, stel ik me zo voor.

Want van mosterd lust ik wel pap, of liever soep.

De Waag verzorgt een ‘prijswinnende mosterdsoep’, nou, daar kwam ik voor. Overigens passeerde ik een ander restaurant dat dezelfde prijs claimt: ‘de beste mosterdsoep van 2017’. Heerst hier een heuse dorpse competitie? Mogelijk ook tussen de 8 musea die Doesburg rijk is, allemaal bevolkt door vrijwilligers? De mosterdcompetitie wordt in ieder geval met humor gevoerd. Een nieuw restaurant schept op met ‘de beste mosterdsoep van 2018, 2019 en 2020’ (we leven op dit moment nog in 2017)

De Waags’ bediening is alert en vriendelijk, het ruime lokaal met glas-in-lood ramen oergezellig. Het oudste restaurant van Nederland? Ik geloof het graag. De soep is inderdaad voortreffelijk, die ga ik thuis ook weer eens maken. Het is hier warm en rustig en ik mag zo lang blijven zitten als ik wil. Maar de rest van Doesburg lokt.

Het stadje heeft een prachtig bakstenen stadhuis, de Middeleeuwse straatjes en gebouwen  nodigen uit tot rondstruinen. Ik wil ook nog langs de IJssel wandelen en dat kan hier allemaal.

Doesburg is goed voor een heerlijke dag alleen.

Waar het goed is kom je graag terug. Hoewel mijn zelfgemaakte mosterd nog niet op is fiets ik op een warme zomerdag in 2019 Doesburg opnieuw binnen. Ik waardeer De Waag dus daar drink ik mijn koffie. Daar zijn ze ook goed in. De cappuccino komt met een mooie laag schuim waaronder een pittige espresso. Een knapperig koekje erbij en als verrassing een piepklein glaasje likeur met slagroom. De lunchkaart biedt een goeie salade niçoise, maar daar hangt een Amsterdams prijskaartje aan. Ik kijk dus even verder rond in Doesburg en zie dat het Lalique museum op maandag gesloten is. Ai! Just nu er een interessante Chagall tentoonstelling is, wat jammer!

Wandelend door het charmante oude stadje kom ik terecht op het terras van Het Arsenaal van 1309, waar grote tafels lekker in de schaduw staan. Daar zijg ik neer en bestel de vissalade en witte wijn. Meer bezoekers aarzelen om bij mij aan die grote tafel te gaan zitten en zoeken liever elders een plek voor zichzelf. Ook al heb ik verwelkomende gebaren gemaakt, ik snap die keuze wel: ik heb ook geen behoefte om tegen een vreemde te praten.

Het aardige meisje brengt een grote kom salade met huisgerookte meerval. Die smaakt een beetje naar gerookte forel en combineert heel goed met de bieten, kappertjes, olijven, pijnboompitten en gedroogde tomaat, met alles waar ik dol op ben dus. Goed dat het meisje vraagt of ik er brood bij wil, dan kan ik die verleiding in één klap weerstaan. Evenals een tweede glas wijn, het eerste is halverwege de salade al leeg. Maar het gesprekje over gratis kraanwater (‘met alle genoegen, we hebben hier heerlijk drinkwater’) sterkt mijn besluit om gezond te blijven eten. Het leven wil gevierd worden, zeker, maar ik doe dat graag in een lichaam dat er goed uitziet.

Aan een andere tafel viert een Frans-Nederlandse familie hun feestje. Daartoe houden alle kinderen, van klein tot groot, staande een kleine speech, zo nodig bovenop je stoel. Ze  doen roerende uitspraken, heel vrijmoedig. Zou de beschutte binnentuin en het vriendelijke meisje daar bij helpen?

In ieder geval kun je ook bij Het Arsenaal van 1309 heerlijk alleen lunchen. Al bereiken ook hier de prijzen Amsterdamse hoogten.

www.waagdoesburg.nl

www.hetarsenaal1309.nl

Elburg, ‘Achter de poorte’

In Elburg staan terrassen klaar aan de oude haven. Het is te vroeg om alweer te eten maar een glas witte wijn in de zon doet de zomer vermoeden. Het uitzicht op gehesen zeilen is genoeg voor dit moment. Pratende mensen om me heen geeft een gezellig geroezemoes, zolang ik maar niet hoef te praten. Ik kan daar uren van genieten.

Ik wandel de route Nunspeet- Elburg, nu voor de derde keer en vanuit een heel speciale situatie. Ik heb weken niet kunnen wandelen in afwachting van de geboorte van mijn tweede kleindochter. Gisteravond was het zover. Zittend in de slaapkamer van het oudste kleinkind luisterde ik naar haar slapende adem en de pijnkreten van mijn dochter. Ontroerend, dit was de beste plek in het universum voor mij, op dat moment. Toen de komst van Anna gevierd was met beschuit met muisjes kon ik om 4 uur ’s nachts naar huis fietsen, innig dankbaar om zoveel leven.

Nu wandel ik door een stralende lente met overal bloemen en verse lammetjes, volop nieuw leven ook hier.

In Doornspijk een terras uit de koude wind, dé plek voor een Dame Blanche. Die wordt geserveerd in een coupe van 60 jaar geleden, toen ik als kind nog moest gaan staan om het ijs op te kunnen lepelen. Dit ijs komt rechtstreeks uit de fabriek en is niet te vergelijken met de Italiaanse gelati die ik intussen in Rome gewend ben. Maakt niet uit, het jeugdsentiment verzoet alles.

In Elburg heb ik opnieuw geen honger en vier die prachtige geboortenacht met witte wijn op het terras aan de haven. Later op weg naar de bus kom ik langs restaurant ‘Achter de Poorte’ dat een mooi menu aanbiedt voor € 25. Ik bezwijk toch voor de verleiding, krijg een fijn tafeltje en chips met mayonaise-met-veau-de-van. Goed idee, dat ga ik thuis ook serveren! De amuse is ook fijnzinnig, met champagneschuim. Al vind ik de zoetzure asperges zonde van de asperges. Bij het voorgerecht –terrine van varkenssukade met eendenlever – prijst het meisje een Bardolino aan. Mijn liefde voor Italië doet zich voelen, dus ik kies die.

Broodjes met boter-met-gefermenteerde-knoflook-en-nog-iets: ik proef het er niet aan af. Maar dat kan ook liggen aan mijn belangstelling voor de groep van de vaarclub die aanschuift. Zo te horen een groep levensgenieters die manmoedig obstakels in het Amsterdam-Rijnkanaal trotseerden om toch nog op tijd in hun favoriete restaurant, hier dus, aan te komen. Heerlijke verhalen over sluizen en winden hoor ik de rest van de avond.

Ondanks de groep arriveert het voorgerecht op tijd. Zo smeuïg was een terrine nog nooit. Spaghettikomkommer lijkt hipster flauwekul, maar met de uitjes en popcorn is het toch lekker.

De blik in de open keuken is ook leuk: hoe doen ze dat als die groep van 11 zeilers gaat eten? Dat is één van de moeilijkste dingen: de logistiek. En juist als ik dit opschrijf komt het hoofdgerecht en het is verrukkelijk: tong in hollandaise saus met lente groenten. Elk hapje groente smaakt naar zichzelf en voegt zich bij de tong, tongstrelend. De chef komt nog even vragen of het goed smaakt, dus geen gebrek aan aandacht voor de alleengaander.

Het dessert is fantastisch! Rabarber in drie soorten: ijs, crème en een gekookt stukje rabarber. Met de juiste zuurgraad die wordt gecompenseerd door de zoete schuimstukjes en bavarois. Perfect!

Het enige nadeel is dat je Elburg nauwelijks uit komt met het openbaar vervoer. Na 18 uur rijdt de bus naar een NS station slechts eens per uur. Ik heb dus bijna een uur in het bushokje kunnen nagenieten van zoveel heerlijks.  

www.achterdepoorte.nl

Zwolle, ‘Wientjes’

Hotel Wientjes in Zwolle, daar is het allemaal begonnen, het alleen-er-op-uit.

Vele jaren geleden had ik een drukke baan, twee puberende kinderen en een zeer bezette echtgenoot. We waren al lang bij elkaar en wilden dat zo houden, maar daar is nu en dan een kleine crisis voor nodig, kennelijk. Zo ging dat in ieder geval bij ons.

Om even aan zo’n crisis te ontsnappen maakte ik gebruik van een aantrekkelijk Wientjes-arrangement: dineren, slapen en ontbijten in grote luxe voor een leuke prijs. Ik wandelde door een zonnig Vechtdal, nam een schuimbad en ging daarna vol verwachting naar het restaurant. De ober bood me een royale tafel aan, ‘dan heeft u de ruimte voor een boek, als u iets wilt lezen’. Tussen de gangen door vertelde hij smakelijke details over het eten. Hij verdiepte zich met mij in de wijnkeuze. Er waren vrij veel halve flessen te krijgen en ik volgde zijn advies op: een frisse Riesling. Helaas wist ik toen nog niet dat ik Elzas wijnen later zou mijden vanwege de onvermijdelijke ‘bloemige tonen’ en het ‘frisse zoetje’: zoet vermag mij in wijn niet te bekoren. Toen de ober mijn gezicht zag bij het proeven haalde hij meteen de fles weer weg en wilde weten wat me niet beviel. Om vervolgens een heerlijk maar duurder ander flesje te openen, wat ik later niet op de rekening terugvond. Hij bood aan de koffie op mijn hotelkamer te brengen en weigerde pertinent de geboden fooi: het was toch een rustige avond en hij vond het leuk het mij naar de zin te maken. Ik was tot tranen geroerd, ook dankzij die crisis waarschijnlijk. Toen ik een jaar later met mijn echtgenoot terug kwam herkende diezelfde ober mij onmiddellijk en was even attent voor ons beide. Ik ben er vele malen geweest, al dan niet alleen.

Helaas is een volgende keer mijn favoriete ober niet aanwezig. Bij navraag blijkt het vandaag niet druk genoeg en kunnen twee jonkies het samen wel af. Vooral de jongedame heeft veel van ‘mijn’ ober geleerd. Ze merkt op dat ik het servet uit het broodmandje heb geplukt en geeft haar collega – die dus een servet vergeten had – een schrobbering. Er wordt regelmatig gevraagd of ik nog iets nodig heb en of het niet te koud wordt buiten, ‘ik kan op elk moment binnen gaan zitten, hoor’.

Als ik jaren later weer eens langs kom is mijn situatie zo veranderd dat ik mezelf op een high tea wil trakteren. Na crisis en rouw om de echtelijke relatie is er met een nieuwe relatie ook een nieuw soort alleen zijn ontstaan (Ik begrijp dit niet, nu de blog niet meer lineair is. Ik weet niet van een scheiding of nieuwe geliefde, dus simpelweg: ik ben weduwe geworden en heb een nieuwe liefde ontmoet). Die bevalt me zo goed dat ik het leven weer wil vieren met wandelen en smullen.

Het vriendelijke meisje veegt de regen weg op het terras en bewaakt die plaats voor me als een jongeman daar wil gaan zitten. ‘Nee meneer, die is gereserveerd voor deze dame’. Ze probeert ook een high tea voor me te regelen maar daarvoor is nog niet alles in huis. Dan maar een kaasplankje, het dessert dat ik altijd met spijt oversla omdat zoet nog verleidelijker is. Vijf heerlijke kazen, honing, noten en druiven erbij en een goed glas wijn: mijn wandeling wordt hier culinair gevierd. En ik mag zo lang als ik wil op dit kostbare vierpersoons terrasplekje blijven zitten.

De traditie van gastvrijheid voor alleengaanders wordt bij Wientjes met overtuiging voortgezet, kan ik tevreden vaststellen. Alleen die boetes voor een kamer alleen, wanneer verdwijnen die eens?

www.bilderberg.nl/zwolle/grand-hotel-wientjes/