Thalassa Zandvoort

Strandtenten trekken mij totaal niet. Enkele pogingen liepen uit op fabriekseten tegen een veel te hoge prijs, dus als ik ga strandwandelen neem ik mijn eigen picknick mee. Maar nadat een vriendin mij meenam naar Thalassa, bleek dat zo lekker dat je moest reserveren. Dat deed ik op derde Kerstdag:  Na twee reuze gezellige familiedagen was ik hard toe aan lekker alleen wandelen en daarna genieten van wat een ander gekookt heeft.

Het was kouder en de wind was harder dan ik gedacht had. Dus liep ik eerst even langs om mijn reservering te vervroegen. Geen probleem voor de vriendelijke bediening. Ik liet mij anderhalf uur keihard uitwaaien en dat was genoeg. Eenmaal terug bij Thalassa stond er een menigte voor de deur. Ik worstelde mij daar met moeite door en werd daarna naar een prachtig plaatsje voor het raam gebracht: de wilde golven  leverden een fijn uitzicht bij een heerlijke lunch.

Het ‘bordje Thalassa’ is grandioos. De haring ligt op zéér fijngesneden ui en smaakt daardoor echt anders. De groenten onder de net aangebakken tonijn is verrassend, met een flinterdun gesneden pastinaak (?)-in-het-zuur. Ook de zeewier onder de zalm is fijngesneden, maar ik word misselijk van zeewier dus die laat ik liggen. En de piepkleine blokjes onder de Hollandse garnalen zijn verrassend. ‘Flinterdun’, daar zijn ze hier goed in.

De bediening is fantastisch! De mevrouw die het kleurpotlood van mijn buurkinderen onder mijn stoel vandaan plukt weet mijn naam nog, van de reservering. De buren zijn ook een groot genoegen: een stel met twee kleine kindjes die nog gelukkig zijn met een kleurplaat. Waardoor het stel samen volwassen kan genieten van een oester-plateau. En niet klaagt als de wijn op zich laat wachten. Wat de bediening dan weer goedmaakt door de wijn van het huis aan te bieden.

Ook  mijn tweede glas wijn staat al op tafel als ik het eerste nog niet eens op heb. Dat wordt daarna wel meteen weggehaald. Kortom, zo wil je bediend worden, zeker als je alleen eet.

Hulde voor Thalassa, hier kom ik zeker terug!

www.thalassabeach.nl

Rome, via Appia Antica, ristorante Al Quatro Miglio.

Nu heb ik de goede route gevonden: met lijn 3 naar het Circo Massimo en dan bus 118 naar de Via Appia Antica,  halte Basilico di San Sebastiano. Dan ben je na 50 meter op de oude weg, waar geen auto’s meer zijn. En zelfs geen mensen! Wat een opluchting na die volle stad gisteren. Ik loop zingend op mijn eentje over stenen van 2000 jaar oud.

Vergeet het restaurant in het tuincentrum. Loop nog een klein uurtje door tussen groen en ruïnes,  in zon en wind en bijna verlaten, heerlijk. Dan is er een bordje naar rechts dat bar-ristorante aankondigt. Het restaurant ligt naast de tennisbanen en hoort bij de sportclub.

Hier begint een klein feestje. Ik krijg een half glas prosecco van het huis. Als ik een karafje met een kwart liter wijn wil bestellen kan dat niet. Is dat hier te ordinair? Dat wordt dan een ‘calice’, glas dus, voor een flinke prijs. Ik kies een chardonnay op de gok. Maar als ik de wijnkaart zie blijkt dit de enige buitenlandse wijn, uit Californië nota bene. In Italië wil ik alleen Italiaanse wijn en krijg een ruim glas Grigetto aangeboden. ‘Biologisch’, zegt de kok, ‘maar de eigenaar maakt het al 30 jaar zo en wil niet meegaan met de mode van biologische certificaten ‘. Wat moet ik daar nou van denken? Even niks, want die wijn is heerlijk.

Dan komt er een verrassende amuse van het huis. ‘Tomme’, warme kaas in zwarte sesamzaadjes, bestrooid met flinterdunne gedroogde paprika voor een allerlichtst pepertje. Zo subtiel heb ik in tijden niet gegeten! De kok is bij een ander tafeltje aangeschoven en zijn passie voor koken stroomt over. Ze bespreken een feestmenu, het water loopt me in de mond.

Ik eet ‘fettucini all’ amatriciana, estiva’ en dat is lekker! En zonder vragen is de pasta niet teveel al dente, dus ik smul, vooral door de smeuïge stracciatelle die het geheel nog romiger maakt. Maar ik kan hooguit een derde eten van wat wordt geboden. Gelukkig is ook hier een doggybag heel gewoon  geworden. De rest gaat in mijn rugzak mee naar huis. Daar kan ik mijn geliefde laten meegenieten. Misschien wil hij dan nog weleens deze Via Appia Antica meelopen.

Rome, ‘Garden Risto’, Via Appia Antiqua 172

Hoe lief mijn geliefde in Rome ook is, soms wil ik een dagje op mezelf zijn. Wandelen op de Appia Antiqua – hij vindt er niks aan – wordt dan voor mij een avontuur om er te komen. Vanaf Piazza Zama, waar bus 183 stopt, zou ik er volgens de kaart naar toe kunnen wandelen. Google Maps geeft daar aan: twee en half uur lopen. Ik volg mijn kaart en vind het begin van de Appia Antiqua in een kwartier, gelukkig. Maar inderdaad: veel auto’s over rumoerige keitjes tussen twee muren met nauwelijks ruimte voor voetgangers, dat is even slikken. Gelukkig geeft de kerk ‘Quo vadis’ na een half uur rust en energie. Dankzij dat marmer waarin de voetafdruk van Jezus zou staan? Ik loop hoopvol verder en jawel, na nog een kwartier buigt het verkeer af en loop ik over de grote stenen waar mensen al tweeduizend jaar lopen, nu tussen ruïnes en groen. Bij een tuincentrum staat een aardig restaurant, ‘Garden Risto’, dus ik besluit tot een Italiaanse lunch. ‘Ravioli met eend op een romig bedje van Parmegiana’, dat klinkt goed. Ik verheug me en geniet van mijn vrijheid.
Heerlijk, zowel de wijn als de ravioli. Het helpt dat ik zeg dat ik mijn pasta graag ‘goed gekookt’ eet. De Italiaanse versie van ‘al dente’ is mij vaak te rauw. Maar dit is een heerlijk gerecht en ik voel me weer eens een gezegend mens. Ook omdat het hier zo normaal is dat je alleen eet, want bijna niemand gaat naar huis voor de lunch of neemt een boterham mee. Het idee!
Ik ben weer klaar voor nog een paar kilometer op de stille Appia Antiqua. Wat een land, wat een leven! De volgende keer neem ik bus 118 vanaf Circo Massimo, die brengt je tot waar de stilte begint.

Holysloot, het Schoolhuis

Een oude school wordt een restaurant, de tuin een enorm terras tussen de bomen, zon en schaduw om bij te komen van een fietstocht rond Amsterdam. Helaas staat er maar één meisje in de bediening, die zwetend rondloopt als er een groep fietsers én een groep Solexers tegelijk willen bestellen. De losse stellen en eenlingen zoals ik wordt vriendelijk om geduld gevraagd. Hooguit een kwartier? Beloofd. Wachten is goed te doen met uitzicht op een slootje met riet en een pasgemaaide wei die lichtgroen uitslaat. Daarachter de IJdijk, die nog steeds ook Zeedijk heet.

De groepen keuvelen genoeglijk en de kikkers kwaken daar vlak voor mijn voeten vrolijk doorheen. Achter me wordt de worteltaart geprezen en ik zit hier heerlijk bij te komen. De bediening krijgt hulp zodat ik toch snel mijn ginger ale krijg. Een prima plek, van harte aanbevolen!

Vergeet ook niet nog even het toilet te bezoeken, want die zoektocht leidt je door het het hele schoolgebouw. Dat is prachtig geschilderd in twee tinten blauw, met een roerende foto van een oude juf in een klasje met 12 kinderen, de meisjes met een prachtige strik in het haar.

Ook ligt ergens een monopoliespel klaar, de briefjes nepgeld keurig gestapeld. Hier wordt dan vast ook met liefde en aandacht gekookt, dat ga ik nog eens uitproberen.

www.schoolhuisholysloot.nl

B&B Steenbergen (2)

De Italiaanse geliefde leek weer even in zicht. Hij schreef dat hij me miste en vroeg me te komen. Mmm, een weekje Italië is dan ineens weer heel verleidelijk. Maar niet in een huis vol familie, dat vind ik zeker na dit jaar alleen thuis dodelijk vermoeiend. Zou hij dat willen regelen? Het idee gaf me zoveel energie dat ik spontaan een tweedaagse boekte bij de B&B van de boer in Bronkhorst. Dat kan nu direct en is in 5 minuten geregeld. Twee dagen later fiets ik daar binnen, zonder de broedende zwaluwen te storen. Ik eet hier verse tuinboontjes, die heb ik op mijn Amsterdamse markt gemist bij de Turkse groenteboeren. De zelfgemaakte vruchtensaus over de yoghurt is ook vers, wat eet dat toch lekker. Ik koop mezelf een fles witte wijn en mag die in hun koelkast zetten. Zo zit ik s’avonds tevreden met een glas en een boek onder de notenboom en fiets de volgende dag langs de overstroomde IJssel – prachtig! – naar Doesburg om nieuwe mosterd te halen.

Aan het ontbijt de laatste dag deel ik mijn teleurstelling over het landschap. Alleen nog grote stallen en steriel gras dat voortdurend gemaaid wordt. Er zit geen bloemetje meer tussen dat gras, laat staan een weidevogel, en waarom? Om nog een extra liter melk te kunnen persen uit de toch al overvolle uiers van die arme koeien,die soms nog even buiten mogen. Ze zien er pijnlijk uit, die koeien en die uiers, ik vind het een droevig gezicht. Dezelfde ’efficiëntie’ zorgt er ook voor dat ik nergens meer een rommelhoekje vind voor mijn middagdutje. Zucht. En het feestje in Italië gaat ook niet door, hij kan geen stil huis samen garanderen. Cultuurverschil of communicatieprobleem, opnieuw besluit ik dat ik liever alleen ben en rondfiets in dit frisse, zij het al te aangeharkte land. Maar ik kom zeker terug bij deze boer, die weigerde mee te gaan met de bio-industrie en als één van de weinigen boer bleef. De anderen noem ik liever financieel directeur van hun agro bedrijf. Die moeten verdwijnen om het landschap te behouden en het stikstofprobleem op te lossen, wat mij betreft.  

De Gouden Leeuw, Bronkhorst (2)

De tweede avond eet ik op het terras van dit vertrouwde adres. Het duurt even voor ik een menu krijg maar de keuze is ruim genoeg. Om plaats te houden voor een chocolade dessert beperk ik mij tot een tussengerecht: coquilles en gamba’s. Er komt zomaar een prima broodplankje, ongevraagd. Benieuwd of ik dat op de rekening terugvind (nee dus, dat is netjes). De prijzen zijn flink gestegen na de coronacrisis, maar waar niet? Ze willen de verloren inkomsten weer terug verdienen, dat snap ik.

De coquilles en gamba’s zijn te flauw voor woorden, helaas. Dus wat kan ik er nog over zeggen? De wijn is goed, de plek op het terras ook. Mijn oudere buren zijn een beetje doof dus ik maak de verdere kennismaking helemaal mee, met genoegen. Het lijken me aardige ouderen op het datingpad. Ze doen wat ik wil doen: openstaan voor een nieuwe relatie zonder je eigen geschiedenis te verloochenen. Een spannende onderneming blijft het, dat voel ik aan het tafeltje naast me.

Als het chocoladetoetje wel lekker maar niet spannend is besluit ik om de volgende keer toch de concurrent te gaan proberen. Hoe zou het eten smaken bij ‘het Wapen van Bronkhorst’, waar ik eerder een glas dronk? Ik hou u graag op de hoogte.

www.steenbergenbronkhorst.nl

www.degoudenleeuwbronkhorst.nl

Restaurant ‘de Liefde’, Doesburg

Bij ‘de Waag’ word ik kriebelig van de prijsopdrijving, dus ik keer het de rug toe na de koffie. Rumoerig en toeristisch als in hartje Amsterdam en dat wordt niet goedgemaakt door een vriendelijke bediening, die lijkt het ook hier niets te kunnen schelen. Na mijn mosterd te hebben gekocht (nieuwe, met extra specerijen, ik ben benieuwd) ga ik voor de lunch op zoek naar iets beters. En jawel, restaurant ‘de Liefde’ biedt zomaar een broodje met 1 kroket aan op de kaart, yes! Met evengoed een prachtig uitzicht op het oude stadhuis, nu van de andere kant gezien. Wat dat betreft is Doesburg niet te verslaan, de oude straten met keitjes, de statige huizen en gebouwen worden overal in ere gehouden. Vervolgens blijkt ‘de Liefde’ ook nog een zeer zorgzame bediening te hebben, dus ik lunch daar vorstelijk voor een fatsoenlijke prijs. Leuke mensen naast me verbazen zich over hun bestelling van vier paddenstoelenkroketten, die erg lekker blijken. Volgende keer kies ik die in ‘de Liefde’, die dus in vele gedaanten te vinden is. Dankzij deze prettige plek kan ik mijn teleurstelling over Italië goed verwerken.

Ik moet trouwens terugkomen in Doesburg, want er waren geen witte mosterdzaadjes meer te krijgen. Daar had ik vorige keer zelf heerlijke mosterd van gemaakt, met hun recept, dus reden of excuus genoeg voor een nieuw tripje naar Doesburg in de toekomst.

www.restaurantdeliefde.nl

Na corona naar Assen, Bar Brasserie Pingo, ‘bij Jaap’

Voor het eerst in anderhalf jaar weer alleen uit eten, wat een feest!

Ik wilde zo snel mogelijk de Helmantel tentoonstelling zien in het Drents Museum en genoot van de mystieke schoonheid van het gewone: twee eieren in een simpele kom. Ook de lunch bij Pingo in de binnenplaats van het museum is een verrassing. Ik zit in de hete zon maar kan moeiteloos een koeler plekje kiezen. Even moeiteloos wordt mijn vraag om 1 in plaats van 2 kroketten ingewilligd. Ongevraagd wordt ook de prijs aangepast, terwijl de schaal mosterd even royaal blijft. De eerste plek waar me dit gelukt is, sinds jaren! Bovendien bedenk ik nu pas dat het museum voordeel heeft als ik hier iets gebruik en dat kunnen zij weer goed gebruiken na de lange lockdown zonder inkomsten. Hier ga ik een nieuwe gewoonte van maken.

Daarna fietsen in het zomerse Drentse land, tot het tijd is voor het terras ‘bij Jaap’. Lekker in de schaduw op het terras is er mooi voor mij gedekt. ‘Purified water’, ben ik daar blij mee? Wij hebben prima drinkwater dus dan hoeft dat gedoe voor mij niet. Afin, in ieder geval slepen ze geen flessenwater de wereld rond, dus ik protesteer niet.

Er staan alleen menu’s op het menu en drie gangen is voor mij intussen te veel. Maar ik mag gerust twee gangen kiezen en dat doe ik met plezier. De coquilles met spinazieschuim en waterkerschips zijn verrukkelijk, de wijn ook. De tortellini met gevogelte valt tegen. Dat ligt niet aan Jaap, want het schuim en de crème zijn heerlijk met brood. Maar ik heb zo lang geen kip meer gegeten omdat ik niet vertrouwde dat ze een fatsoenlijk leven hadden gehad dat ook deze – ongetwijfeld verantwoorde – kip me niet meer smaakt. Gewoon geen kip meer bestellen.

Wel koffie met friandises, omdat een dessert opnieuw teveel lijkt. Dat blijkt een prima afsluiting van de eerste uitgaansdag na de lockdown en hopelijk het begin van vele nieuwe ontdekkingen. Zeer voldaan!

https://drentsmuseum.nl/nl/bar-brasserie-pingo

Echt, Hof van Herstal (vervolg)

Alleen in het coronajaar viel dit jaarlijkse feestje in duigen. Zodra de maatregelen versoepelden reed ik opnieuw naar Hof van Herstal. Hebben ze dit rampjaar overleefd?

Ik onderbreek de reis erheen in Zaltbommel om met een OV-fiets langs de Waal en de Oude Maas te rijden. Dat is prachtig aan de rivierkant, met boten en wijds uitzicht. Maar als je vanaf de dijk over het land kijkt doet het pijn aan je ogen. Waar ooit sappige fruitbomen bloeiden staan nu eindeloos lelijke kassen. Het grote geld neemt het landschap over, met dank aan de pesticiden die dat mogelijk maken. Soms zijn er ter afwisseling nog grazige weiden, maar dan duiken toch de kassen weer op.

De dorpen bieden luxe huizen met grote tuinen (dat kan er dankzij die kassen nu wel af, lijkt me), maar nergens een café om koffie te drinken. Na twee uur vind ik bakkerij Van Horssen (de naam van het dorp staat niet op de bon) met terrasstoelen die speciaal voor mij worden losgemaakt. De koffie – nou ja – in een papieren beker, het aardbeientaartje gemaakt van een besuikerd plakje bladerdeeg met royaal slagroom en aardbeien. Het meisje is zo aardig dat ik alles geweldig vind. Ik mag zelfs haar privé wc gebruiken. Dan kan ik weer uren fietsen.

In Zaltbommel wil ik even op het terras aan de Markt zitten voordat ik doorrijd naar Echt. Om een glas wijn te genieten, want de honger is weg na het taartje. Ik mocht gerust een kindersoepje bestellen, het kleinste gerecht op de kaart. De bediening is langzaam en geconcentreerd. Licht gehandicapped? Dat lijk het idee van ‘In de Roos’ en het werkt prima. Ik krijg wat ik hebben wil voor een prettige prijs, zij hebben echt werk en krijgen waardering.

Over waardering gesproken, de chef van Hof van Herstal krijgt dat ook graag. Hij verdient het nog steeds. Nu ik geen menu meer op kan kies ik twee voorgerechten. Die zijn niet voorradig. Maar de chef verzint er iets op en ik geniet van eend met krokante Livar spekjes, frambozen en viooltjes. Verrukkelijk, in combinatie met mijn favoriete wijn, Nero d’Avolo.

Dan wordt de hertenstoof tot voorgerecht teruggebracht zodat het ook voor mij behapbaar is. Met de fluwelen puree en de wijn heb ik een superdiner, zoals altijd. De rest van het karafje wijn drink ik op mijn kamer, na een stille wandeling in de zomerse avond rond abdij en monument.

Met de volgende ochtend een goed ontbijt en weer een prachtige wandeling blijft Hof van Herstal één van mijn favorieten. Dus ik zwaai vrolijk ‘tot de volgende keer!’ naar de chef, die zijn koksmuts heeft verruild voor de grasmaaier. Het is een mooi en bewerkelijk pand en wordt met zorg onderhouden, zodat ik nog jaren kan blijven komen. 

www.inderoos.org

www.hofvanherstal.nl

Groningen deel 2, restaurant ‘De Twee Provinciën’, ‘De Pijp’ en ‘Huis de Beurs’.

De lunchkaart van dit restaurant toont stevige prijzen en wat de wijn kost moet je maar afwachten, want dat staat niet vermeld. Daar word ik argwanend van. Op mijn broodje zalm moet ik lang wachten. Mijn glas wijn is dan al bijna op, maar het is te warm voor een tweede glas. Gelukkig is de lunch heerlijk: dikgesneden zalm op een kraakvers broodje met veel kappertjes, sla en mayonaise. Mijn plaats op een hoekje van het terras heeft niets te maken met het feit dat ik alleen ben, het was op dat moment de enige tafel met schaduw. Ik zie het meer in de verte en voel het koele windje, dat stemt me tevreden. De rekening iets minder.

Na een dag fietsen in de bloedhitte ben ik doodop, hoe mooi en schaduwrijk het landschap ook is. Douche en rust geven genoeg energie om weer de binnenstad van Groningen in te rijden. Nu naar ‘De Pijp’, een restaurant dat in het tijdschrift ‘Lekker’ hevig was goedgekeurd. Als ik binnenstap slaat de koelte me aangenaam tegemoet. ‘Wat kan ik voor u doen?’ klinkt uitnodigend, dus ik meld dat ik graag wil dineren. Dat kan, op een barkruk aan de bar. Daar houd ik niet van, eten met mijn voeten bungelend boven de vloer. Gastvrouw overlegt met bedrijfsleider. Ik twijfel nog of ik dit moet aannemen wanneer de bedrijfsleider voor mij de knoop doorhakt: hij komt ijlings vertellen dat er alleen op reservering kan worden gegeten. Hoezo wist de gastvrouw dat niet? Waar is die dan gastvrouw voor? Niet voor alleengaanders, kennelijk. Kortom, bij ‘de Pijp’ eet je beslist niet lekker alleen. Lekker links laten liggen dus.

Op naar ‘de Beurs’ dan maar, een oude herberg aan de Vismarkt met zicht op de Martinitoren. Ik krijg zomaar een tafeltje buiten en lees met smaak de illustere geschiedenis van dit etablissement. Maar de bestelde tongfilet is uitgesproken slecht: week, met wat (kook-? ontdooi-?) water er omheen en saus uit een zakje erover, brr! Gelukkig heb ik geen honger en beperk me tot de simpele salade en toffe frieten. De bediening is roerend, het spijt hem zichtbaar dat het eten me niet smaakte. Dus ik vertrek zonder rancune, er waren tenslotte genoeg studenten te bezichtigen die hun (wrede) ontgroening liepen te missen. Ik word daar gelukkig van: ik ben geen achttien meer, godzijdank, met alle verlangen, onzekerheid en hopeloosheid die aan deze jonge mensen is af te lezen. Of zou dat alleen door de hitte komen?

Ik besluit een dag eerder naar huis te gaan want ik heb geen energie meer voor nog zo’n warme dag. En Groningen zal een fijne stad voor studenten zijn maar heeft niets te bieden voor mij. ‘Lekker alleen’ geldt hier alleen voor Brasserie ‘Groen’ en dat is te weinig, wat mij betreft.

www.detweeprovincien.nl

www.depijpwinedine.nl

www.huisdebeurs.nl

Groningen deel 1, restaurant ‘De Betere Tijden’ en brasserie ‘Groen’

Het is hier bloedheet. Ik heb een koel plekje aan het Reitdiep gevonden, in de schaduw van een grote beuk. Hier kan ik rustig wachten tot het tijd is om naar mijn Airbnb te gaan. Kijken hoe koel het daar is en dan boodschappen doen, douchen en later in de stad eten.
In ieder geval is het fijn om weer in Nederland te zijn, al is het misschien te heet om lekker door het wijde Groninger land te fietsen zoals ik van plan was.

Een Groningse vriendin van mijn vriendin in Amsterdam had dit restaurant aanbevolen, ‘heel errug lekker’. Dus aan het einde van deze snikhete dag ga ik langs, ondanks de waarschuwing op de website dat in verband met coronatijden er geen à la carte eten mogelijk is. Het is mij veel te warm voor een 3-gangen menu, dus ik stap binnen om te zien of er iets te regelen is. ‘Wat kan ik voor u doen?’ wordt me vriendelijk gevraagd. Ik leg mijn probleem voor: ik wil graag lekker eten maar drie gangen is mij teveel. Als ik bevestig dat ik alleen ben blijkt de zaak voor die avond ineens volgeboekt. Ik ben er later drie keer langs gelopen maar binnen bleef de zaak pijnlijk leeg, alleen het terras was vol. Een alleenganger is hier duidelijk niet welkom, geen ‘Betere Tijden’ voor mij alleen. U bent gewaarschuwd.

Gelukkig zit in het verlengde van de straat brasserie ‘Groen’, ook genoemd door de vriendin van de vriendin. Ik mag meteen een mooi tafeltje in de schaduw kiezen. Ze bieden een 3-gangen menu voor dezelfde prijs als ‘Betere Tijden’, met daarnaast een kaart om te kiezen wat en hoeveel je wilt eten. Een leuke kaart, dus ik kan niet kiezen. De boereneendenborst met risotto van selderij en prei lijkt me heerlijk maar veel te veel, want er komen ook nog frieten bij (en als die voor mijn neus staan kan ik er niet afblijven, behalve in Italië want daar kunnen ze geen friet bakken). De voorgerechten zijn allemaal aantrekkelijk. De oplossing ligt kant en klaar: ‘Starters to share‘, maar dat is dus voor 2 personen. Aan de zeer vriendelijke serveerster vertel ik dat dat mijn ideale gerecht zou zijn al ben ik alleen. Ze stelt voor om de keuken te vragen of het ook voor 1 persoon kan. En jawel, geen probleem! De frisse grenache wijn en het vanzelfsprekend aangeboden glas water geven me de tijd om me te verheugen. Tien (!) kleine hapjes met heerlijke smaken, inclusief verantwoord vlees van Groningse weide-koeien en Livar-varkens. De laatste denk ik persoonlijk te kennen van mijn bezoeken aan Hof van Herstal: de nabijgelegen abdij verzorgt al jaren vrolijke varkens die zich met zichtbaar genoegen in de modder wentelen.
Kortom, ik eet heerlijk op het terras van ‘Groen’ en de serveerster dat langskomt om te vragen of dit genoeg is geniet daarvan mee.
Op 100 meter afstand offreert Groningen twee tegengestelde benaderingen van alleen eten: bij ‘Groen’ ben je meer dan welkom, bij ‘Betere Tijden’ helemaal niet.
De volgend dag fiets ik rond het Paterswoldse meer, zodat ik me nu en dan even in het water kan laten glijden aan de verschillende gezellige grasstrandjes.

www.debeteretijden.nl

www.brasseriegroen.nl

Amsterdam, ‘Huize Beukema’

En jawel, ineens zit ik opgesloten in mijn eigen huis, met dank aan de corona crisis.

Wandelen in de zon doe ik stiekem toch, met grote afstand van de paar mensen die ik tegenkom. Maar lekker uit eten is uitgesloten, nu en misschien nog wel maanden. Evenals een bezoek aan mijn geliefde in Rome, die daar helemaal alleen in quarantaine zit. Zijn boodschappen worden gebracht door zijn ex vrouw. Balen!

Natuurlijk probeer ik er het beste van te maken.

Ik ontdek de eerste witte asperges en verheug me daar dagen op. Ik ga lekker alleen eten bij mezelf: met zorg schil ik een pond asperges, kook eerst de schillen af en schuif voorzichtig de asperges in dat kookvocht. Met gekookte eitjes, ham, krieltjes en botersaus staat er dan een prachtig gerecht op tafel. Ik steek de kaarsen aan en haal een Prosecco uit de kelder, alles om van een feestelijke lentemaaltijd te genieten. Ik denk nog even: ‘Zal ik een mooie jurk aantrekken en mijn hakken?’ Maar dan zie ik dat het 8 uur is en moet ik toch echt het nieuws op tv zien. Een gewoonte ja, maar nu ook van belang om te horen welke nieuwe maatregelen er worden aangekondigd.

Dus ik eet mijn kostelijke asperges terwijl ik tv kijk, tot mijn schande. Want zo eet je helemaal niet lekker, na afloop weet ik eigenlijk nauwelijks hoe het gesmaakt heeft. Ik vergeet zelfs het speciaal gekochte toetje uit de ijskast te halen, zo geschokt ben ik door het nieuws: dit gaat nog maanden duren, wanneer zie ik mijn lief ooit weer?

Bang om ziek te worden ben ik niet, ook niet om dood te gaan. Maar bang voor het eenzaamheidsvirus ben ik wel. Iedereen roept dat je toch kunt skypen of met een videocall contact kunt houden. Maar de man die ik dan te zien krijg lijkt wel een vreemde en ik weet ook niks te zeggen, dus daar houden we snel mee op.

Lekker alleen? Helemaal niet, als dat zo lang duurt en zo afgedwongen is!

Ik moet mezelf weer opnieuw uitvinden, lijkt het wel. Waar is de Marijke met wie ik zo genoeglijk kon genieten van wat het leven te bieden heeft? Die is even helemaal uit het zicht.

Lekker alleen?  Jawel, maar alleen zolang er hoop is op contact met lieve mensen om me heen. Die hoop blijf ik koesteren en daar helpt dit blog bij. Hoop ik.